Congregaties

Mgr. ZwijsenMede onder invloed van Bisschop J. Zwijsen werden vooral in de tweede helft van de 19e eeuw Congregaties opgericht, gemeenschappen van sober levende kloosterlingen die een gelofte van gehoorzaamheid, celibataire kuisheid en armoede aflegden (de 'Professie'). Deze religieuzen zetten zich in op cultureel-maatschappelijk, medisch, sociaal en onderwijsgebied. Binnen de katholieke zuil, dat wel.

Mgr. Joannes Zwijsen, bisschop en later
aartsbisschop van Utrecht had een grote
invloed bij het tot standkomen van de
Congregaties. Hij was een goede vriend van
koning Willem II.

Onderwijscongregaties

Tientallen Congregaties hebben zich op het onderwijs toegelegd: eerst de 'armenscholen', later ook 'tussen-' en 'burgerscholen'. Het aanvankelijke gebrek aan onderwijskrachten werd opgelost door die zelf op te gaan leiden. Men verzorgde normaallessen, en stichtte later normaal- en kweekscholen. Aan deze scholen waren vaak internaten verbonden. Die functioneerden veelal als kweekvijver: veel 'internen' traden later zelf als religieus in de betreffende Congregatie in.

In de jaren 1900-1950 werd het katholieke onderwijs in Nederland voor het grootste deel verzorgd door religieuzen, met name de bewaarscholen en lagere scholen voor meisjes. Ook bestuurden zij vele scholen. Veel afstemming tussen de verschillende Congregaties was er niet, vooral niet in de beginjaren.

Met de gelijkberechtiging van het bijzonder met het openbaar onderwijs werd het beroep van onderwijzer(es) ook voor leken interessant. Het betekende een behoorlijk inkomen en een vaak vaste positie, behalve dan in de ellendige dertiger jaren toen vele gediplomeerde onderwijzers als 'kwekelingen met akte' voor hun werk nauwelijks betaald kregen.
Geleidelijk verloren de religieuzen dan terrein aan de leken. Dat zette vooral door vanaf de jaren zestig. De opleidingsscholen bleven echter nog lang in handen van de Congregaties. Pas gaandeweg de jaren zestig verdwenen zij ook hier en droegen het bestuur over 'hun' scholen over aan Stichtingen waar leken de overhand kregen.

Door te weinig aanwas en veel verloop verdwenen de Congregaties, althans uit Nederland. Maar ze zijn nog actief en bloeien zelfs in Derde Wereldlanden.

Anno 2010 bleek dat er nogal wat mis was binnen Ordes en Congregaties (zie onder andere het Rapport van de Commissie Deetman, 2011). Men mag echter niet vergeten dat er ook vele religieuzen waren die onbaatzuchtig goed werk hebben geleverd, werk waar menigeen nu nog de vruchten van plukt.

Broeders van Maastricht ('Broeders FIC')

De Congregatie 'Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria' (Fratrum Immaculatae Conceptionis Beatae Mariae Virginis, FIC) werd in 1840 te Maastricht opgericht.

  • Dogma
  • Oprichters
  • Kweekschool
  • Directeursfeest
  • Br Bruno
  • Br Theowald
  • X-sluiten

Fragment van 'De Onbevlekte Ontvangenis', Petrus Paulus Rubens, 1628. Klik op de afbeelding.

 

Een ander in de 19e eeuw afgekondigd dogma, voor protestanten onverteerbaar, is dat van de pauselijke onfeilbaarheid. In cruciale geloofszaken kán de paus het niet mis hebben, omdat dan door hem de H. Geest spreekt. (Eerste Vaticaans Concilie, 1870)

De RK Kerk kent dogma's: onherroepelijke, onbetwistbare leerstellingen -geloofswaarheden. Met het hernieuwde elan van de Kerk in de 19e eeuw intensiveerde ook de -overigens al eeuwen oude- verering van Maria. Paus Pius IX kondigde in 1854 het dogma van 'de Onbevlekte Ontvangenis van Maria' af. Dit houdt in dat Maria bij haar conceptie niet besmet was met de erfzonde. Zij werd dus de Moeder van Jezus, Die derhalve zelf ook de erfzonde niet had.
Overigens heeft dit niets te maken met de 'maagdelijkheid' van Maria: zij kreeg haar zoon Jezus zonder mannelijke bemoeienis.
Het dogma paste in de toenmalige grote Maria-verering. Geen wonder dat de grondleggers van de 'Broeders van Maastricht' hun Congregatie hiernaar vernoemden. De bijbehorende feestdag is op de Roomse kalender 8 december. Vandaar dat Br Albertinus, directeur van 'Magister Vocat', zei dat hij op '8 december jarig was'.

mgr L H Rutten
Mgr. Louis Hubert Rutten
De stichter van de Broeders FIC was mgr. L H Rutten (1809-1881). Na zijn priesterwijding zette hij zich sterk in voor onderwijs aan arme kinderen. Zijn activiteiten breidde zich sterk uit, tot en met volwassenen.
Hij besloot een broedercongregatie te stichten, en werd daarbij geholpen door Bernardus Hoecken (1810-1880), die tot eerste overste gekozen werd. Na een moeilijk begin breidde de congregatie zich heel snel uit.
Br Bernardus Hoecken
Br Bernardus Hoecken
KweekschoolJuvenaat
Het vroegere Juvenaat/Kweekschoolcomplex huisvest nu het Bonnefantencollege (Tongerseweg 135, Maastricht). Ga met de muis over de foto.

Al in 1858 stichtten de broeders een eigen kweekschool in Maastricht. Zo konden ze voldoen aan de Schoolwet van 1857, waarin zwaardere eisen aan onderwijzers weren gesteld.
In 1909 verrees dit gebouw: de Kweekschool annex Juvenaat (= internaat), kloosterafdeling en kapel. Het gebouw is niet langer in het bezit van de broeders, maar van het Bonnefantencollege.
Later stichtte de Congregatie meerdere kweekscholen, als in Den Haag (1911), Arnhem (1952) en Amsterdam ('Magister Vocat', 1958).


Hieronder staat een achttal foto's van Kweekschool en Juvenaat ('jeugdinternaat') van de Broeders, gelegen aan de Tongerseweg te Maastricht. Het gebouw dateert van begin 20e eeuw, en heeft decennia dienst gedaan. Het werd later overgenomen door het Bonnefantencollege, een grote scholengemeenschap in Maastricht. In 2010 werd de het gebouw afgekeurd. Anno 2011 is onbekend wat ermee gaat gebeuren. Het enige dat nog herinnert aan de Broeders is het uitgebreide kerkhof aan de achterzijde van het gebouw.

g1

 

Ga met de muis over de kleine foto's ('thumbnails'), dan verschijnen de grote equivalenten. Wanneer de cursor op de thumbnail staat verschijnt de verklarende tekst.

Interview 2007; 0:44

Albertinus Herman Tervoort, leerling aan Magister Vocat 1958-1963, vertelt hier dat directeur Br Albertinus altijd op 8 december 'jarig was'. Nou ja, jarig, het ging om wat anders, iets dat typisch katholiek is. Op het Directeursfeest brachten leerlingen (en docenten) muziek en cabaret, op vaak hoog niveau.

Ga met de muis over de foto.

Bruno Wipneus Br Bruno (rechts in ca. 1956) is bekend geworden als auteur van de leesboekjes 'Wipneus en Pim' onde het pseudoniem B. van Wijckmade (ambtsrust, links). Bruno 1955

Een groot aantal Broeders studeerde na hun onderwijzersopleiding door. Br Bruno Van der Made (1923-2001) haalde zoals vele anderen diverse lagere akten en studeerde af in Nederlandse taal en letterkunde.
Begonnen als onderwijzer werd hij benoemd als leraar Nederlands aan 'Magister Vocat', waar hij diverse leerlingen stimuleerde tot het eveneens studeren van Nederlands, waaronder Kees van Iersel. Hij organiseerde vele activiteiten, vooral op het gebied van toneel. Later werd hij directeur van de kweekschool in Maastricht en werd in 1970 gekozen tot generaal-overste van de Congregatie.

In hun bloeitijd hebben de Broeders vele methodes geschreven, die vooral door Malmberg zijn uitgegeven.

Dr. Theowald van Leeuwen (1919-2003).

Br Theowald van Leeuwen, hier in 1960, werkte aanvankelijk als onderwijzer. Hij wilde -en mocht! - biologie studeren, en promoveerde in 1957 (op de larven van de 'Tipulidae', ofwel Langpootmuggen). Hij had veel belangstelling voor het milieu en de achteruitgang van planten en dieren. Hij voelde zich derhalve aangetrokken tot de organisaties die aan milieu-educatie wilden doen, zoals het IVN. Hiervoor schreef hij de eerste 'Natuurgidsencursus' (1962), die ook meerdere kwekelingen gevolgd hebben.

Hij kon zich op den duur niet meer verenigen met de kloosterregels en trad in 1967 uit. Hij werd enige tijd later aangesteld als onderzoeker aan de UvA (Entomologie). Zoals wel vaker, sloegen uitgetredenen wel erg door in hun verlangen naar deelname aan de 'maatschappij'. In 1975 kwam ook hij op de grote reünie van Magister Vocat. Ga met de muis over de foto.

Meer over de Congregatie.
Drie Broeders
Directeursfeest ca. 1961. Van li naar re:
Amando (Ned), Alexio (peda), Albertinus.
De sigaren smaakten altijd prima!


De Broeders kwamen al in 1845 naar Amsterdam en hadden vele scholen en verschillende huizen. Sommige waren grotere kloostercomplexen, andere waren 'gewone' huizen. Daarvan werd het huis aan de Postjesweg het meest bekend.

  • Professie verklaring
  • Stadhouderskade
  • Postjesweg
  • X-sluiten

Verklaring: "Ik, Br. Servatius, in de wereld: Johannes, Jacobus, Maria Dohmen, verlang over de goederen en gelden, die ik op dit ogenblik bezit of mogelijk in de toekomst nog zal bezitten, te beschikken als volgt: dat, Al wat ik voor de toekomst zal bezitten bij mijn dood over zal gaan op de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Aldus in alle vrijheid gedaan en opgemaakt door mij, (handtekening), Maastricht, 6 augustus 1942.

N.B.: De foto van Br Servatius is door de samensteller in de verklaring 'geplakt' en maakt daar dus oorspronkelijk geen deel van uit!

Het daadwerkelijk intreden in een Congregatie was een plechtige gebeurtenis, de 'Professie'. Daarbij deed men de geloften en verzaakte men de wereldse bezittingen en verlangens, men was als het ware 'gestorven voor de wereld'. Er werd een verklaring opgesteld waarin de nieuw ingetredene aangaf wat er met zijn of haar bezittingen zou moeten gebeuren. Hiernaast is zo'n verklaring te zien. Ze is van Jan Dohmen (Johannes Jacobus Maria). Geboren in 1923 deed hij zijn professie in 1942. Hij was onderwijzer in Amsterdam, werd later leraar Tekenen en Kunstgeschiedenis aan Magister Vocat. Later trad hij uit, huwde, en overleed in 2002. Hij werkte als kunstemaar onder de naam 'Caveto'.

Bernardusschool Stadhouderskade

Aan de Stadhouderskade (nr 60) is nog steeds dit poortje te zien. Het gaf toegang tot de Bernardusschool en tot het klooster dat er achter lag. Het complex was in gebruik van 1881 tot 1966. Van hieruit bedienden de broeders meer dan 10 van hun scholen, onder andere de St Thomas van Aquino en de St Albertus Magnus, naast elkaar in de IJselstraat (onder).

IJselstraat 91 93

De 'Thomas' was de school voor de leerlingen die wat minder goed konden leren en de 'Adelbertus' was voor de leerlingen voor de ULO en de HBS.

Postjesweg
De kapel is wat hoger dan het kloostergebouw zelf waardoor deze vanaf de straat zichtbaar is.
Ga met de muis over de foto.

Dit Broederklooster (Postjesweg 124) werd gebouwd in 1932-1933, naar een ontwerp van architect Karel Tholens. In deze tijd werd 'Plan West' uitgevoerd: nieuwe, grote woonwijken, scholen en kerken, zoals de St. Augustinuskerk. In hun bloeitijd bedienden de broeders van hier uit een tiental scholen, waaronder de aangrenzende Augustinusschool en de Kweekschool 'Magister Vocat'.
Na 1965 begon ook hier de leegloop en verhuisden in 2003 de laatste, oudere, broeders naar elders. Sedertdien is het als islamitisch centrum in gebruik.

Augustinuskerk

Ga met de muis over de foto.

Tegenover het Broederhuis verrees in 1932 de Augustinuskerk (), eveneens ontworpen door architect Karel Tholens. De kerk is -helaas!- gesloopt in 1976. Het was een monumentaal gebouw, dat wel beschouwd werd als zijn 'chef d'oeuvre'. Lengte 55 meter, hoogte middenschip 25 meter, hoogte toren 45 meter. Het gebouw was des te indrukwekkender omdat het toen aan de rand van de stad lag en aan drie zijden 'open lag'. Muziekleraar Gerard Peelen (kweekschool Magister Vocat) speelde hier regelmatig op het orgel. Leerlingen volgden er soms diensten.
Professie en enkele Broederhuizen.
Architectuur-historicus Vincent van Rossum:
'deze kerk is afgebroken door de cultuurbarbaren'.
Karel Tholens

Architect Karel Petrus Tholens (1882-1971) behoorde tot de architecten die in het zog van Pierre Cuypers werkten aan een moderne katholieke bouwkunst - onder het motto: 'moderne architectuur - traditionele vormen'. Vanaf 1910 had hij een eigen bureau, waar hij in de loop de decennia met verschillende associés tal van bouwwerken ontwierp, vooral voor katholieke opdrachtgevers. Een bekend en gelukkig nog steeds bestaand gebouw is de Chassékerk in Amsterdam.

Links: Tholens rond 1960.

 

De bloeitijd van de Broeders lag tussen 1900-1960. Na deze tijd begon de achteruitgang: geen aanwas, wel leegloop. De grote kloosters raakten ontvolkt. De broeders trokken zich meer en meer terug uit de scholen en, vaak later, ook uit de besturen. Sommige broeders gingen wonen in kleine gemeenschappen in 'gewone' huizen, en deden nog apostolisch werk. Ze verruilden hun habijt voor een 'gewoon pak'.

In Nederland is nu de Congregatie als fenomeen zo goed als verdwenen. De gebouwen zijn overgedragen of verkocht. De activiteiten worden nog wel voortgezet in enkele Derde Wereldlanden , onder andere in Ghana, Malawi, Chili. Wereldwijd zijn er nu nog ongeveer 450 broeders.

De Congregatie onderhoudt nog een website, maar die is nu erg 'uitgekleed'.

Zusters van de Voorzienigheid

In het Herdenkingsboekje 'De Voorzienigheid' (1984) schrijft oud-docent Lex Lammen:

'De Amsterdamse pastoor Hesseveld stichtte in de zomer van 1852 op de Lauriergracht een tehuis voor verwaarloosde meisjes. Hij slaagde er in als huishoudster Maria ('Mietje') Stroot uit Tubbergen aan te trekken. Dit werd het begin van een kloostergemeenschap. Een paar gelijkgestemde vrouwen kwamen helpen. Sommigen bleven de rest van hun leven.'

1857 - Juffrouw Mietje werd als Moeder Theresia overste van de nieuwe Congregatie van de Arme Zusters van het Goddelijk Kind, later beter bekend als de Zusters van De Voorzienigheid. Hun klooster stond in de Elandsstraat. De Congregatie hield zich bezig met verzorging van achtergestelde, verwaarloosde kinderen en begon al spoedig een tweetal lagere scholen.

VZ SteenwijkerwoldDe Zusters hadden kweekscholen en huizen in: Amsterdam (1897-1974), Hengelo (1954-1956) en Steenwijkerwold (links, 1895-1976). Nadat de Zusters vertrokken waren, verhuisde deze laatste kweekschool in 1985 naar Zwolle. Daar bestaat de school voort als de Katholieke Pabo Zwolle (KPZ), een van de laatste zelfstandige pabo's van Nederland.

Zusters Franciscanessen van Dongen

(Penitenten-Recollectinen van de Reforme van Limburg)

De Congregatie werd gesticht in 1801 door vier zusters die als gevolg van de Franse Revolutie uit hun klooster te Leuven waren verdreven. Na enige omzwervingen kwamen ze in Dongen terecht. Hier staat nog steeds het klooster aan de Hoge Ham.

  • Hoge Ham
  • X-sluiten
Hoge Ham ingang

De eerste Zusters begonnen in Dongen een 'Frans Pensionaat', en nog steeds noemen de Dongearen het klooster aan de Hoge Ham (links) het 'pensjonaat'. Zij richtten zich op het geven van onderwijs aan meisjes en jonge vrouwen. Het ging daarbij ook om de vaardigheden, nodig voor het leven van alledag.

In het klooster wonen nu nog tegen de 60 zusters, die bijna allen enigerlei mate van verzorging nodig hebben. Hiervoor is de 'Stichting Mariaoord' in het leven geroepen. De verzorgingsvoorzieningen staan in beginsel voor iedereen open.

Hoogtepunt van het klooster is wel de bijzonder fraaie kapel uit 1898 (architect J. van Genk). Ga met de muis over de foto.

Op het tabblad iets meer over het Moederhuis.

 

Vanuit Dongen zijn in de loop van de tijd op vele plaatsen kloosters gesticht. Door de grote terugloop in de zestiger jaren zijn die bijna alle weer gesloten.

In Dongen hadden de Zusters een opleiding voor onderwijzeressen (tot 1977). In Amsterdam vestigden zij zich in 1909 aan de Da Costakade en hadden daar een complex dat behalve uit een klooster en een kerk ook uit verschillende scholen bestond. De oudste en belangrijkste daarvan was de Vormschool (voor bewaarschoolonderwijzeressen). Deze school werd met de aanname van de Kleuteronderwijswet in 1955 omgedoopt tot RK OK (Opleidingsschool voor Kleuterleidsters). In 1971 trokken de Zusters zich definitief terug van de school, die kort daarna werd verplaatst naar de Vlaardingenlaan.

X